Rijksambtenaren maken nauwelijks gebruik van terugkeergarantie

De terugkeer van voormalig Tweede Kamerleden Mariko Peters (GroenLinks) en Désirée Bonis (PvdA) naar hun vorige werkgever, het ministerie van Buitenlandse Zaken, heeft nogal wat stof doen opwaaien. Een Kamermeerderheid pleit voor het afschaffen van deze terugkeergarantie voor ambtenaren. Uit onderzoek van re.Public blijkt echter dat er nauwelijks gebruik wordt gemaakt van dit voorrecht.

De mededeling dat Peters sinds dit voorjaar weer terug is op haar oude stek op het ministerie van Buitenlandse Zaken deed wenkbrauwen fronsen. In de zomer van 2011 ontstond ophef rond het Kamerlid. Er zou, toen ze nog diplomaat was in Afghanistan, sprake zijn geweest van belangenverstrengeling bij het toekennen van subsidie aan haar partner. Hoewel het ministerie na uitgebreid onderzoek concludeerde dat Peters integer had gehandeld, had ze eerder openheid van zaken moeten geven. Geheel volgens de regels maakt Peters nu echter gebruik van de terugkeerregeling.

Hetzelfde geldt voor Bonis. Vlak voor de zomer gooide het PvdA-Kamerlid de handdoek in de ring. ‘De overstap van de diplomatie naar de Tweede Kamer heeft me niet gebracht wat ik ervan had verwacht,’ zo luidde de officiële reden. Maar iedereen die haar de maanden daarvoor als parlementariër had zien opereren, wist wel beter. In debatten kwam ze een aantal keer in aanvaring met partijgenoot en minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans, onder meer over de kwestie-Israël. Door gebruik te maken van de mogelijkheid om terug te keren naar haar oude functie op BZ dient ze, zoals het ambtenaren betaamt, loyaal te zijn aan haar politieke baas, diezelfde minister Timmermans.

Het zijn niet direct deze twee voorbeelden die de VVD ertoe bracht het afschaffen van de terugkeerregeling op de agenda te zetten, maar de recente ontwikkelingen hebben de regeling wel weer ‘op het netvlies’ gezet, bevestigde een woordvoerder van de fractie vorige week tegenover persbureau Novum. Een Kamermeerderheid lijkt bereid te zijn de regeling onder de loep te nemen. De VVD vindt CDA, D66, SGP en SP aan haar zijde.

Onderzoek
Buiten Peters en Bonis heeft de afgelopen tien jaar geen enkele ambtenaar gebruikgemaakt van de terugkeerregeling, zo blijkt uit onderzoek van re.Public. Als er nauwelijks beroep wordt gedaan op de regeling, waarom zou je hem dan in stand houden? Chrisje Bosman, arbeidsrechtadvocaat bij AMS Advocaten en onder meer gespecialiseerd in ambtenarenrecht, legt uit dat de regeling in het leven is geroepen omdat het politieke beroep grillig is. ‘Een kabinet kan vallen, je hebt als Kamerlid geen enkele garantie. Om te bevorderen dat mensen zich beschikbaar zouden stellen, zijn deze afspraken gemaakt.’ De pijn zit hem volgens de advocaat vooral in het onderscheid dat wordt gemaakt met het civiele recht. ‘Voor werknemers in de private sector is het recht op terugkeer niet in een wet verankerd.’ Ze kan zich daarom best voorstellen dat de regeling wordt afgeschaft. ‘Toen de wet in de jaren twintig van de vorige eeuw werd opgesteld was een Kamerlidmaatschap iets tijdelijks, een parttime baan,’ aldus Bosman. ‘Maar dat is allang niet meer zo. Je bent een paar jaar echt helemaal weg uit je functie, je doet het er niet even bij. De wereld verandert snel en als je lang uit het vak bent, kan terugkeren lastig zijn.’

Navraag leert dat een aantal voormalig ambtenaren dat nu deel uitmaakt van de Tweede Kamer bij installatie als Kamerlid direct voor eervol ontslag heeft gekozen en derhalve geen recht meer heeft op terugkeer. Zo kan PvdA’er Attje Kuiken niet zonder meer terug naar het ministerie van BZK en maakt Vera Bergkamp (D66) geen gebruik van de garantie om terug te keren naar de Sociale Verzekeringsbank. Ook de sociaalliberalen Wouter Koolmees en Stientje van Veldhoven zien af van de regeling en hebben hun functie op respectievelijk het ministerie van Financiën en Economische Zaken opgegeven.

Er zijn er ook die de deur naar de overheid open houden en ‘tijdelijk zijn ontheven van de waarneming van hun ambt’, zoals het in de wet staat (zie kader). Zo zou Joost Taverne (VVD) straks terug kunnen naar het ministerie van OCW en kan Madeleine van Toorenburg (CDA) opnieuw aan de slag bij jeugdinrichting De Leij in Vught, waar ze locatiemanager was. Marit Maij (PvdA) heeft net als VVD-Kamerlid Ockje Tellegen de mogelijkheid terug te keren naar Buitenlandse Zaken. Tijdens de verkiezingscampagne liet Tellegen zich tegenover re.Public positief uit over de regeling, waar haar partij nu van af wil. ‘Zodra ik verkozen word, krijg ik buitengewoon verlof en kan ik rekenen op een terugkeergarantie voor een zittingsperiode van de Kamer. Daarna moet je kiezen: de Kamer of Buitenlandse Zaken. Dat vind ik meer dan redelijk. Je kunt niet op twee paarden blijven wedden.’

+++++++++++
Recht op terugkeer
Het recht dat ambtenaren hebben om na een politieke carrière terug te keren naar hun oude functie vloeit voort uit de Wet Incomptabiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement. Hierin staat kortgezegd dat een ambtenaar die zitting neemt in de Tweede Kamer of het Europarlement ‘tijdelijk ontheven kan worden van de waarneming van zijn ambt’. Toenmalig staatssecretaris van BZK Ank Bijleveld (CDA) stelde in 2010 een circulaire op waarbij de termijn waarin rijksambtenaren aanspraak kunnen maken op het recht van terugkeer wordt beperkt tot één zittingsduur. Behalve als een kabinet valt en er tussentijds verkiezingen worden uitgeschreven. Is dat binnen twee jaar, dan kunnen (voormalig) ambtenaren ook na afloop van de volgende termijn nog terugkeren naar de functie waarin ze voordien werkzaam waren. Bij het aanvaarden van het Kamerlidmaatschap kan een ambtenaar er ook voor kiezen eervol te worden ontslagen waardoor in de toekomst geen beroep meer gedaan kan worden op de regeling.

Verschenen op re.Public, 15 augustus 2013

Plaats een reactie